zondag 6 februari 2011

Meiko

Klein stukje terug de tijd in

Ik had mijn uiterste best gedaan met dansen, zonder tegen te sputteren of ook maar iets fout te doen had ik alles gedaan wat mijn moeder of iemand anders van me vroeg. Met een kloppend hart stond ik nu dan voor de schuifwand die naar haar kamer ging. Ik klopte en ging met een diepe buiging naar binnen. "Mag ik naar vrienden toe?" vroeg ik snel. Mijn moeder keek om vanaf haar bureau. Ze zette haar leesbril af en dacht even na. "Ja, is het ver weg? En ik wil dat je om half 10 zeker thuis bent" zei ze. Ik voelde hoe mijn wangen rood werden van blijdschap. Ik had niet verwacht dat het zo simpel zou gaan. "Arigatou!" zei ik opgewonden en ik ging weer. Ik ging naar mijn kast om me om te kleden. Ineens begon ik te twijfelen. Wat als ze me achteraf nou helemaal niet aardig vinden. Niet aan denken. Ik pakte een zwart rokje en een zwart met wit gestreep hemdje. Om mijn rechterarm schoof ik zilvere armbanden. Oh, ik moest Kyo smsen. Met een glimlach op mijn gezicht pakte ik mijn mobieltje en belde ik hem op. De telefoon ging over en ik merkt dat ik zenuwachtig werd. "Met Kyohei" werd er opgewekt aan de andere kant gezegd. "M-met Meiko" zei ik bijna onhoorbaar. "Pardon?" "Met Meiko" zei ik nu duidelijker. "Oh, ha~! Mag je komen?" vroeg hij meteen. "Ja" "Gaaf, waar woon je" Ik begon hem uit te leggen waar ik woonde en we kwamen tot de conclusie dat het ver was. Als ik over een kwartier de trein naam was ik er in een half uur. Kyohei beloofde er optijd te zijn. Uiteindelijk hingen we op. Ik haaste me naar het station, ook al lag het maar 5 minuten van ons huis. Ik had thuis nog snel een vestje gepakt en dat om mijn middel geknoopt. Ook had ik nog een klein zwart tasje met mijn mobiel en andere tasspulletjes erin om gehangen. Ik zocht in mijn portomonnee naar mijn treinpasje. Mijn vader bezat een groot aandeel van het hoofdkantoor van alle treinsporen in Japan, dus ik mocht altijd gratis. Ik haalde mijn pasje langs het paaltje en liep door het hek heen. De trein was er al. Er ging om het halfuur een trein van hier naar Kyoto. Ik stapte in en ging bij een raam zitten. Uit mijn tasje pakte ik mijn iPod en ik duwde de oortjes in mijn oren. Het halfuur zou zo omzijn. Ik was erg opgewonden en had er veel zin in.
Toen de trein op het station aankwam zag ik Kyohei al staan. Ik ging overeind staan en liep al richting de deur. Ik hield me overeind aan een handvat tegen de muur toen de trein remde. Toen ik de trein uitstapte kwam Kyohei al naar me toe. "Hoi!" zei hij met een grote glimlach. "Hoi" ik glimlachte verlegen. "Kom, Kanon en Sayo zijn al bij Ren!" zei hij. Ik knikte en we liepen van het station af. Ik checkte snel nog even uit en we liepen zo'n 10 minuten voor we er waren. Ik was nog nooit in een Ramen Restaurant geweest. Mijn moeder vond zoiets voor lagere mensen. Het rook heerlijk toen was voorbij de ingang liepen. Kyohei liep naar het huis dat eraan vast zat en ging via de voordeur binnen die op een kier stond. We deden onze schoenen uit en liepen de trap op naar boven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten